De Slag bij Busaco, 26 september 2010
De aanleiding voor deze slag was natuurlijk de 200ste verjaardag van de historische slag bij Busaco (27 september 1810). Deze veldslag was één van de vele gevechten van de zogenaamde ‘Peninsular War’. In 1810 gaf Napoleon het bevel aan maarschalk Masséna om de Britten uit Portugal te verdrijven. De opmars van de Fransen (65.000 man, 114 kanonnen) werd evenwel afgeblokt door het Brits-Portugese leger van Wellington (50.000 man, 60 kanonnen), dat zich op de heuvelrug van Busaco had opgesteld. Wellington had een zeer sterke positie op een steile heuvel gekozen. Door een verdekte opstelling achter de top (‘reverse slope’) hadden de Fransen het raden naar de precieze sterkte en de opstelling van hun tegenstanders, en konden ze die vijand ook niet vooraf met hun artillerie bestoken.
Verschillende Franse generaals stelden dat het waanzin was om een dergelijke sterke positie frontaal aan te vallen. Maar Masséna, die in deze periode meer met zijn maîtresse bezig was dan met militaire zaken, gaf toch het bevel tot de aanval. De infanteriecolonnes van de corpsen van Reynier en Ney begonnen een moeizame klim naar boven. Het scenario was telkens hetzelfde: de Fransen werden door moordend Brits vuur gestopt, en weer naar beneden gejaagd. Na vijf mislukte aanvallen gaven de Fransen het op. Ze hadden 4.500 man verloren, tegenover 1.200 man verliezen aan Brits-Portugese zijde. De volgende dag trok Massena rond de geallieerde positie via een meer noordelijk gelegen weg. Voor Wellington werd de positie bij Busaco onhoudbaar. Hij gaf bevel om naar de fortengordel rond Lissabon terug te trekken.
Aan de wargame namen zeven spelers deel. Aan Britse zijde waren dit Willie (Wellington), Erik (Spencer) en Sjoe (Hill). Bij de Fransen waren dit Celle (Reynier), Geert (Heudelet), Jan (Loison) en Adrien (Ney). De slag werd op schaal 1:30 uitgevochten, wat betekent dat er zo’n tweeduizend figuren op een zo nauwkeurig mogelijk gereconstrueerd terrein werden opgesteld. Omdat de ochtendmist langer bleef hangen dan historisch, konden de Fransen vrij dicht bij de Britse linies komen. Maar voor het overige verliep de slag zoals in werkelijkheid: de Franse colonnes werden door Brits en Portugees vuur tot staan gebracht en teruggeslagen. Een heel speciale vermelding gaat naar het 2de bataljon van het 18de Portugese regiment, dat met deskundige dobbelsteenworpen (vooral zessen) van Sjoe bij het dorpje Sula een viervoudige Franse overmacht tot staan bracht. Na enkele uren begrepen de Fransen dat ze niet konden doorbreken en dat hun artillerie weinig verliezen kon toebrengen. Ze vielen terug op hun beginpositie.
- Leger in opmars